Om een uur of 2 s`middags lopen we de oude haven van Bergen binnen . Mooie stad, leuke haven. De haven ligt aardig vol maar een man staat ons te wenken, een geëmigreerde hollander. Wij kunnen langszij. Hij is sinds 4 jaar buschauffeur in Noorwegen. We krijgen de nodige informatie en gaan eerst even shoppen en s`avonds biertje doen en de anderedag met de kabelbaan naar boven. En natuurlijk naar de vismarkt. 15 jaar geleden lag alles ongekoeld uit gestald dat is nu wel anders
De oude stad bezocht en de Witte heeft vervoer geregeld naar Stavanger want die vliegt 1 september naar huis en Rob komt er aan.
Dave senior
Om 7 uur s`ochtends de motoren gestart en richting Mösteroy met een kleine bemanning, Dave&Dave. Om 9.30 uur varen we een kleine baai waar we behoedzaam moeten navigeren. We gooien het anker uit en varen met de rubberboot naar de kant. Na een flinke tocht door de weilanden vol met schapen komen we uiteindelijk bij het oudste klooster van Noorwegen waar we te woord gestaan worden door een paar vriendelijk Noorse dames. Wij hebben geen geld bij ons maar na een goed gesprek en de belofte dat ik het geld alsnog zal overmaken strijken ze de hand over het hart en mogen we alsnog naar binnen.Van die Witte nog een paar spectaculaire foto`s gemaakt op de kansel, en toen weer terug naar de Fowie en richting Bergen.
Bewolkt weer beetje wind en op zoek naar een haven voor de nacht, Die vinden we in Haugesund waar nog een hollander tegen het lijf lopen die zelf zeilt en nog een paar reeflijnen over heeft. Die komt hij nog even speciaal afleveren onder het genot van een rummetje.
Waar de hollandse vlag al niet goed voor is.
Ryfylkefjordane – Stavanger
Op moment van schrijven hebben dan toch eindelijk de ‘bemanningsleden’ Joost en Niels de Fowie verlaten. Beide heren hebben voor veel vertier gezorgd de afgelopen dagen, met de kanttekening dat zij – vooral gezamenlijk – ook heel vervelend konden zijn. Echter ben ik blij dat ze erbij waren en ik denk dat zij dat, in grote lijnen, ook zijn.
Sinds onze binnenvaart bij Stavanger is er de afgelopen dagen weer een hoop gebeurd en gezien. Fjorden zijn bezocht, bergen en rotsen zijn beklommen, enkel vriendelijke Noren ontmoet, zowaar vis gevangen en voornamelijk genoten van het fantastische landschap wat Noorwegen te bieden heeft.
Bij onze aankomst in het Ryfylke-gebied (verzamelnaam van alle fjorden in de omgeving Stavanger als ik het goed heb…) hebben we direct koers gezet richting het Lysefjord. De vaart hierna toe was al behoorlijk indrukwekkend te noemen, maar de daadwerkelijke entree van het fjord zelf was helemaal spectaculair. Rotsen verdwijnen hier bijna loodrecht in het water en de dieptemeter geeft constant 100+ meter aan. Doel was om de Preikestolen (Preekstoel) te bereiken, een 600m hoge en overhangende rots waar wij twee dagen later bovenop zouden staan. Omdat de tocht aardig wat uren in beslag had genomen besloten we vervolgens een ankerplaats te zoeken in het fjord zelf, iets wat lastiger bleek dan gedacht. De enorme dieptes hebben namelijk als nadeel dat er maar weinig locaties zijn om goed te kunnen ankeren. Echter hadden we geluk dat er sinds een aantal jaren ‘moaringen’ zijn aangebracht, waardoor we uiteindelijk zonder problemen in de baai Vika konden overnachten.
De Vika baai is een bijzonder mooie locatie, midden in het fjord, waar je recht tegen de steile rotswanden aankijkt. Een unieke plek dus, waar wij ook nog werden uitgenodigd bij een groep Noorse gasten in het ouderlijk vakantiehuis in de baai. Joost en ik zijn hier uiteraard op ingegaan, met een aparte maar onvergetelijke avond als gevolg.
De volgende ochtend deden we het rustig aan en deden we een aantal pogingen om makreel te vangen. Ons was verteld dat het water er vol van zit en het vangen van deze vissen een makkie zou zijn. Na meerdere pogingen niks gevangen te hebben gaven we het op, waarna Niels en de Ouwe gezamenlijk op mosseljacht gingen. Ze kwamen terug met een goede emmer Noorse mosselen van een behoorlijk acceptabel formaat, die echter wel was minder schoon waren dan de vertrouwde Hollandse versie.
Echter was de emmer amper aan boord toen een Noorse duiker langskwam, waarmee we de vorige dag ook al een praatje mee hadden gemaakt. De beste man had die ochtend gedoken op een meter of 15 diep waarbij hij allerlei schelpdieren en krabben naar boven had gehaald. Hij had een hele zak vol, die tot onze verbazing volledig voor de Fowie bestemd was. We waren dan ook voornamelijk verbaast dat dit blijkbaar zomaar kan in Noorwegen, al zal het ook komen omdat we met zijn allen van die leuke gasten zijn natuurlijk…
De mosselen die de Noor naar boven bracht waren bestemd voor het volgende avondmaal, waarbij het formaat van deze schelpdieren zeker het vermelden waard is. Deze waren op zijn minst het tienvoudige van wat wij in Nederland gewent zijn, al was de kwaliteit hiervan wel iets minder te noemen. Vooral op optisch gebied is het eten van dit soort mosselen een apart verhaal en is ook de structuur wezenlijk anders. Het grootste deel van de toen inmiddels gekookte mosselen is dan ook – hoe zonde ook – weer overboord gegaan…
Het ‘letterlijke’ hoogtepunt van ons bezoek aan het Ryfylke-gebied zou het beklimmen van de Preikestolen worden. Ooit heeft de kapitein samen met twee jochies van 5 en 7 jaar al een poging gedaan, maar moest toen afhaken vanwege het hoge risicogehalte van de klim. Nu, meer dan 15 jaar later, blijkt er van dat gevaar weinig meer over, aangezien de gehele route toegankelijk is gemaakt voor het massatoerisme. Overal zijn trappen en veiligheden gebouwd, zodat eigenlijk iedereen naar boven zou moeten komen. We hebben zelf kinderen van een jaar of 4 de tocht zien maken en sommige namen hun hond mee naar de top. Dit alles maakt het bereiken van het hoogste punt natuurlijk allemaal iets minder uitdagend, maar het uitzicht was er niet minder om. Staand op ‘de preekstoel’ is een unieke ervaring, helemaal wanneer er over de rand van de rots recht naar beneden gekeken wordt. Vooral Niels had hier moeite mee, aangezien hij – na eigen zeggen – hoogtevrees heeft. Hij hield zich echter goed en we kregen ook hem uiteindelijk zo gek om gezamenlijk een foto te maken op het uiterste randje van de Preikestolen. Op de laatste dag met deze bemanning is de overtocht gemaakt richting Stavanger, waar Niels en Joost hun vlucht zullen pakken. Beide heren wilden toen nog – tegen beter weten in – een poging doen voor het vangen van wederom makrelen. Niemand verwachten er wat van, maar juist op de laatste overtocht kreeg allereerst Joost er toch twee aan de haak. Toen daarna ook Niels er een paar ving hadden we toch mooi 5 makreeltje voor het avondeten te pakken.Eenmaal aangekomen in Stavanger is nog kort deze haven- en oliestad verkent. Duidelijk dat hier genoeg geld te vinden is, kijkend naar het soort auto’s en het formaat boten wat zich hier bevind. Dit was ook aan de prijzen van het drinken en eten goed te zien. Iedereen heeft echter gewoon netjes een rondje gegeven, wat altijd leuk is wanneer elke biertje op zijn minst 10 euro kost…
Nu rest dus nog een tocht door een deel van de resterende fjorden van het Ryfylke-gebied, samen met de kapitein. Broer(tje) en zoon Rob zal aanstaande zaterdag invliegen op Bergen, waarna ik zelf huiswaarts zal keren. Achteraf van deze trip door Scandinavië kan ik echter wel melden dat ik vooral fan ben geworden van Noorwegen. De mensen zijn hier bijzonder vriendelijk, het land is prachtig en er valt genoeg te beleven. Dat de prijzen dan ontzettend hoog liggen moet je dan maar voor lief nemen, want het is het allemaal waard…
Smögen (ZWE) – Stavenger (NOR)
Tijdens ons 3-daagse verblijf in Smögen hebben wij ontzettend geluk gehad met het weer, helemaal voor Scandinavische begrippen voor deze tijd van het jaar. Constant zon, bijna geen wolken en een temperatuur van boven de 20 graden. We hebben zelfs kunnen zwemmen in het ontzettend heldere water, wat – helaas – wel vol zit met kwallen. Elke duik vergde daarom wat voorbereiding, omdat van tevoren een veilige zwemroute tussen de kwallen bepaald moet worden. Het plaatsje Smögen zelf is met zijn houten huizen, hutten en kale rotsformaties op zijn minst een bijzondere locatie te noemen, met een volledig uniek karakter. Er zullen maar weinig plekken zijn op de wereld die hiermee te vergelijken zijn…
Wat betreft de beleving in de avonduren hebben we ons nog aardig vermaakt, al is ons verteld dat het allesbehalve te vergelijken viel met hoe het er hier 3 weken geleden aan toe ging. De kroeg waar nu zich nu hooguit 50 man en vrouw bevond had in het hoogseizoen op een ‘normale’ dag 800 bezoekers, iets wat het verschil wel duidelijk maakt. Smögen schijnt dus voor de Zweedse jeugd de populairste (bad)plaatst van het land te zijn, iets waar wij dus weinig van hebben gemerkt. Wel hadden we het genoegen om aanwezig te zijn bij een afsluitingsavond van het horeca-seizoen, voor alle werknemers van Smögen en omgeving. Kanttekening hierbij is dat de Zweden niet bepaald openstonden voor ons als toerist, wat uiteraard erg teleurstellend was…
Maar hoe bijzonder Smögen dan ook mag zijn, er moeten ook nog gewoon zeemijlen worden afgelegd. Tevens is het de bedoeling dat volwaardig bemanningslid Joost en fulltime passagier Niels, tijdens of na het weekend richting Nederland zullen vliegen. Hiervoor zal de Fowie een plaats moeten aandoen waarvan vliegen gemakkelijk en – bij voorkeur – goedkoop zal zijn.
Gekozen is daarom om donderdagavond te vertrekken richting Stavanger in wederom Noorwegen. Deze plaats ligt aan de zuidwestkust van het land en ligt aan de entree van het Lysefjord, waar zich tevens de zogenoemde Preikestolen bevindt. Deze rots is 600 meter hoog en wordt – vanwege zijn vorm – dus letterlijk ‘de preekstoel’ genoemd. Doel is uiteraard om deze te beklimmen wat voor alle bemanningsleden waarschijnlijk een behoorlijke uitdaging gaat worden. Uiteraard hopen wij de Fowie van bovenop deze rots te kunnen zien en onze camera’s voldoende inzoommogelijkheden hebben om het moment vast te leggen… De overtocht zelf zal wederom 2-3 dagen in beslag nemen en we hopen de bestemming voor zaterdagavond te bereiken. Een onbekend gebied binnenvaren in het donker hopen we daarmee te voorkomen. Hierbij komt dat er weinig wind verwacht wordt de komende dagen, waardoor waarschijnlijk een groot deel van de overtocht met behulp van een aantal liters diesel voltooid moet worden. De eindbestemming moet echter meer dan de moeite waard worden en ook het weer schijnt weer goed zonnig te worden.
Strömstad (ZWE) – Smögen (ZWE)
Het bereiken van Strömstad was ook weer een geheel nieuwe ervaring voor de Fowie. Het varen tussen de rotsen en eilanden van Noorwegen – en uiteindelijk ook Zweden – zorgden voor een behoorlijke uitdaging die ook voor de nodige problemen zorgden. Uiteindelijk is de haven wederom veilig bereikt, maar hebben we wel geleerd wat de ‘kruisjes’ op de zeekaart nou eigenlijk inhielden. Verdere details dan ook overbodig…
Strömstad zelf was een plaats waar weinig ‘leven’ te bekennen was, al zal dat ongetwijfeld te maken hebben met de afloop het vakantieseizoen van de meeste Zweden. Dit geldt dus helaas ook voor onze toekomstige locatie Smögen, al is onze hoop dat het toerisme hier ook later in augustus nog te vinden is. Voor het leuke doen we Zweden echter net een weekje te laat aan.
Echter kan ik op moment van schrijven melden dat we veilig de haven van hét Smögen hebben bereikt. Toch wel dé hoofdbestemming van deze tour door Scandinavië. De komende dagen zullen uitmaken of hier nog wat te beleven is, maar lekker veel vis zal er sowieso gegeten worden. Daarna zal wederom de wind uitmaken wat de vervolgkoers zal gaan worden, maar we hebben goede hoop dat we de zuidwestkust van Noorwegen kunnen bereiken. De Fowie hoopt hier een fjord te gaan bezoeken, waarschijnlijk rond de stad Bergen. Dit is echter ook afhankelijk van de wensen van de passagiers Joost en Niels, die ook ooit een reis naar huis moeten boeken.
Na een paar dagen doorgebracht te hebben in Skagen, werd het tijd om te beslissen over onze volgende bestemming. We hadden hierbij de keuze tussen Kopenhagen (Denemarken), Smögen (Zweden) of een plaats in Noorwegen. Kopenhagen bleek al snel door de tegenwind niet haalbaar en Smögen heeft het komende weekend een slechte weersverwachting. Noorwegen daarentegen zou redelijk zonnig kunnen worden en ook de windrichting is hiervoor ideaal. Ook kregen we van een Deense zeil-collega allerlei kaartmateriaal mee van de zuidkust van Noorwegen. De keuze was dus eigenlijk al snel gemaakt en hebben wij koers gezet richting het kustplaatsje Larvik, Noorwegen. Deze havenstad hebben we echter nooit gehaald, omdat we besloten te gaan ankeren in het zuidelijker gelegen Stavern. Een plaatsje met de meeste zonuren van Noorwegen per jaar, iets waar wij héél weinig van hebben gemerkt… De volgende dag zijn we, na een ankernachtje, vertrokken richting het oostelijker gelegen Fredrikstad. De gehele dag was het bewolkt en hadden we te maken met regen, terwijl we langs de rotsige kust van Noorwegen voerden. Iets wat wel een uitdaging is, omdat je constant te maken heb met ondieptes en obstakels (rotsen) onder de waterlijn. De kapitein had de Fowie echter met goed kaartmateriaal hierop voorbereid, waardoor de overtocht ‘redelijk soepel’ verliep. Op moment van schrijven liggen we dan ook in Fredrikstad, helaas wel voor een defecte brug. Hetty zal ons in Noorwegen verlaten en zal aanstaande zondag terugvliegen naar Amsterdam. Ze zal nog een soort mini-backpacktrip gaan maken met de trein naar het vliegveld Gardermoen, gelegen boven Oslo. Erg leuk dat ze erbij was, mede omdat ze ons goed heeft verzorgd met haar kookkunsten. En ondanks dat ze het 3 volle dagen niet makkelijk had op zee heeft ze de reis toch volgemaakt, wat zeker een prestatie te noemen is. De verwachting is dan ook dat Hetty nog een verhaaltje zal gaan tikken over haar eigen ervaring, waar ze aan de wal in Noorwegen genoeg tijd voor zal hebben. Tot slot zal de bemanning ook nog ‘versterkt’ (of belast) worden, namelijk in de persoon van Niels Weeda. De beste knul zijn overvliegen naar het vliegveld zuidelijk van Oslo (Moss), waarna ook hij aan boord zal stappen van de Fowie. De ambitie is om na het weekend de reis te vervolgen richting Smögen, iets wat uiteraard weer volledig afhankelijk is van de wind.
Tijdens de bemanningswissel in Frederikstad is datzelfde weekend het nachtleven van Noorwegen verkent. Al snel kwamen we er achter dat de prijzen – in combinatie met de wisselkoers van de Noorse kroon en de accijnzen hier – ervoor zorgen dat er al snel een euro of 10 wordt afgerekend voor een halve liter bier. De kosten van een avondje stappen in Noorwegen kunnen dus behoorlijk oplopen. Dit kwam vooral voor het nieuwste bemanningslid Niels als een shock en haakte – mede dankzij slaapgebrek en gebrekkige Engelstalige vaardigheden – al vroeg op de avond af. Pluspunt van de avond was dan weer wel dat het het laatste weekend van het Noorse vakantieseizoen was, waardoor er genoeg volk op de been was. Ondergetekende en Joost hadden daarom, ondanks de prijzen, een prima avond…
Omdat we de eerste avond lagen aangemeerd voor een dichte brug, en het water aan boord begon op te raken, moest dit halverwege het weekend worden bijgevuld. Hiervoor zochten we de dichtstbijzijnde haven op, waar er ook nog eens gratis mochten verblijven. Helemaal foutloos ging dit echter niet omdat we in een zandbank terecht kwamen. De Fowie lag dus voor het eerst echt vast in het water en dit zorgde –wederom – voor enige discussie aan boord. Hoe dit er aan toe ging laat ik aan de verbeelding over maar echt gezellig was het allemaal niet. Gelukkig kwamen we uiteindelijk toch snel en zonder schade weer los en konden we de haven veilig bereiken.
De laatste dag in Fredrikstad (zondag) stond in het teken van het vertrek van Hetty (die voor mij onverwachts vroeg was vertrokken) en het zo weinig mogelijk doen op een dag. De wind zou het pas vanaf maandag morgen toelaten om de westkust van Zweden te bereiken. In de vroege maandag morgen is dan ook koers gezet richting Strömstad, waarvan ons is verteld dat de prijzen beduidend lager liggen dan in Noorwegen.
Texel (NED) – Skagen (DEN)
De ambities voor de komende dagen waren duidelijk; We wilden profiteren van de gunstige windrichting en zo snel mogelijk boven Denemarken zien te geraken. Dit wilde zeggen dat we minimaal 2 nachten op zee zouden doorbrengen. Dit werden er uiteindelijk 3 omdat we besloten om door te varen tot het plaatsje Skagen, liggend aan de oostkust van het land. Dit was uiteraard voor de bemanning – inclusief ondergetekende – een behoorlijke uitdaging, ook omdat we nog maar net aan boord waren. Enkel de kapitein had hier beduidend minder moeite mee, kijkend naar zijn aantal slaapuren (niet-aaneengesloten) van 4-6 per dag. Zus Hetty had het duidelijk iets zwaarder, aangezien zij al snel een emmer voor zichzelf had opgeëist. Ze liet zich echter niet kennen en was de 4de zeedag eindelijk wat vaker aan het dek te vinden, vlak voordat we aankwamen bij onze bestemming Skagen.
Op de reis over de Noordzee zelf was uiteraard ook nog het een en ander gebeurt. Zo zijn we meerder malen bezocht door ‘echte’ dolfijnen (dus geen bruinvissen), heeft de kapitein geworsteld met een zeil en behaalde Joost de hoogst vastgelegde snelheid op de Fowie ooit (10,5 knopen). Uiteindelijk duurde de overtocht 60+ uur waarin we 380 mijl over zee hebben afgelegd.
Stellendam – Texel
Vrijdagochtend op 9 augustus is de Fowie door de sluizen van Stellendam gevaren, het begin van de reis naar Scandinavië. Passagiers aan boord zijn Hetty en Joost. Vanaf de sluizen is koers gezet richting de Waddenzee, waar wij s ’avonds laat arriveerden. Het plan was om hier te ankeren, maar ondanks onze ‘uitmuntende’ voorbereiding waren wij ons er niet van bewust dat dit vanwege de sterke stroming niet mogelijk was. Het anker ‘krabte’ en de Fowie moest dus verkassen naar een betere overnachtingslocatie. Om 01:00 uur…
De havenleiding raadde ons vervolgens aan te overnachten in de haven van Den Helder, waarna wij dus midden in de nacht nog een klein uurtje moesten varen naar, wat later bleek, een voor ons nutteloze haven. Allereerst was de kleinere jachthaven niet geschikt voor onze catamaran en kon de grote jachthaven enkel bereikt worden, door het passeren van een tig aantal sluizen en bruggen. Iets wat wij absoluut niet zagen zitten, aangezien de bemanning snakte naar wat nachtrust. We zijn toen maar even op bezoek gegaan bij de marine van Den Helder, maar werden hier al snel beslist maar vriendelijk weer weggestuurd. Blijkbaar mag je niet aanmeren op militair terrein…
Enige optie was toen nog de haven van Texel, wat echter ook weer een goed uur varen was. Hierbij kwam dat het lastig manoeuvreren is met een nachtblinde kapitein midden in de avonduren. Gelukkig kon ondergetekende fungeren als sonar waardoor we het uiteindelijk toch voor elkaar kregen om een havenplaats te bemachtigen in Oude Schild, Texel. Het was toen inmiddels 04:30 uur…
De volgende dag stond uiteraard in het teken van goed uitslapen en het verkenning van de haven en omgeving. Toevallig was er een soort van ‘open-vissersdag’ gaande, dus was er zelfs nog het een en ander te beleven op het haventerrein. Echter besloten we al snel om eind van de middag toch koers te zetten richting de kop van Denemarken, aangezien de wind hiervoor uitermate geschikt was. Ook de weervoorspellingen op de Waddeneilanden beloofde weinig goeds voor een aangenaam verblijf.
Powered by Two Dutch Guys | 2015